Je bent je ingevulde velden bij deze pagina aan het verwijderen. Ben je zeker dat je dit wilt doen?
You are erasing your filled-in fields on this page. Are you sure that is what you want?
Nieuwe Versie BeschikbaarNew Version Available
Er is een update van deze pagina. Als je update naar de meest recente versie, verlies je mogelijk je huidige antwoorden voor deze pagina. Hoe wil je verdergaan ?
There is an updated version of this page. If you update to the most recent version, then your current progress on this page will be erased. Regardless, your record of completion will remain. How would you like to proceed?
Onze cursus rekenvaardigheden ambieert op termijn leerkrachten en leerlingen een
simpele en duidelijke omgeving te bieden waar procedurele vaardigheden kunnen
geremedieerd en herhaald worden telkens een leerkracht of leerling ervaart dat dit
nodig is. Vanzelfsprekend zijn deze vaardigheden enkel een nodige maar onvoldoende
voorwaarde voor ’goed’ wiskundeonderwijs.
Als een leerkracht of leerling merkt dat
de leerling de rekenregels voor breuken niet meer kent.
de leerling geen vergelijking van een rechte door twee punten kan opstellen.
de leerling vaak fouten maakt bij het omvormen van formules.
....
wilt de cursus rekenvaardigheden een uniforme en simpele plek worden waar een
leerling die kennis en vaardigheid zelfstandig kan remediëren en inoefenen. De
hypothese dat ons onderwijs baat heeft bij meer klassieke inoefening werd (zonder
gausscurve) getoetst in een Leuvens woonzorgcentrum.
Alle leerdoelen die louter procedurele kennis zijn werden opgelijst per graad. Initium
ergo ut esset … er zal stapsgewijs voor meer leerdoelen materiaal voorzien worden.
Wiskunde Op Maat neemt als axioma aan dat elke mens het in zich heeft deze
procedures te doorgronden.
Een leerling gebruikt het rekenoffensief om actief te oefenen. Zo zijn er voor
complexe getallen onder andere volgende procedurele leerdoelen:
Voorbeeld: Indien een leerling niet weet hoe een kwadratische vergelijking moet
worden opgelost, maar dit in principe reeds in de lessen heeft geleerd, kan de leerling
dat uit zichzelf of na aansporing van de leerkracht met volgende pagina opnieuw
inoefenen.
Bepaal de oplossingen van de vierkantsvergelijking \(x^2 - 4x + 3 = 0\).
De discrimant is positiefnulnegatief.
Het algemene voorschrift van een tweede graadsvergelijking wordt gegeven
door \(ax^2 + bx + c = 0\). Om een tweedegraadsvergelijking op te lossen bereken je eerst de
discriminant \(\Delta = b^2 - 4ac\). Het aantal oplossingen wordt bepaald door het teken van deze
discriminant.
Deze vergelijking heeft twee oplossingenéén oplossinggeen oplossingenin de
reële getallen.
Indien de discriminant \(\Delta = b^2 - 4ac\) positief is, zijn er twee oplossingen in de reële
getallen.
Bepaal de wortels.
Een tweedegraadsvergelijking \(ax^2 - bx + c = 0\) met positieve discriminant \( \Delta = b^2 - 4ac \) heeft altijd twee
oplossingen, gegeven door:
In het algemeen wordt een tweedegraadsvergelijking in één onbekende gegeven door
het voorschrift \(ax^2 - bx + c = 0\). De tweedegraadsvergelijking \(x^2 - 4x + 3 = 0\) heeft als coëfficiënten gelijk aan \(a = 1, b = -4 \text { en } c = 3\). We
zoeken de getalwaarden voor \(x\) waarvoor deze vergelijking gelijk is aan nul. Hiervoor
kan de formule met discrimant gebruikt worden.
De discrimant \( \Delta = b^2 - 4ac \) is gelijk aan \(\Delta = (-4)^2 -4\cdot 1 \cdot 3\). De vierkanswortel wordt dan gegeven door \(\sqrt {\Delta } = \sqrt {4} = 2\). Er zijn dus
twee oplossingen omdat de discriminant positief is. Deze oplossingen worden gegeven
door:
Als je de vergelijking beschouwt als een functievoorschrift, zijn deze oplossingen de
snijpunten van de parabool \( f(x) = x^2 - 4x + 3 \) met de \(x\)-as. Aangezien de discriminant positief is, zal de
parabool de \(x\)-as 2 keer snijden.
Met de discrimantformule bereken je dus deze snijpunten met de \(x\)-as zonder grafiek
van de functie .
Bepaal de oplossingen van de vierkantsvergelijking \( x^2 - 4x + 4 = 0 \) .
De discriminant is positiefnulnegatief.
Het algemene voorschrift van een
tweede graadsvergelijking wordt gegeven door \(ax^2 + bx + c = 0\). Om een tweedegraadsvergelijking op
te lossen bereken je eerst de discriminant \(\Delta = b^2 - 4ac\). Het aantal oplossingen wordt bepaald
door het teken van deze discriminant.
Deze vergelijking heeft twee oplossingenéén oplossinggeen oplossingenin de
reële getallen.
Omdat de discriminant nul is hebben we een dubbel nulpunt.
Bepaal de wortels.
Voor een tweedegraadsvergelijking \(ax^2 - bx + c = 0\) met \(\Delta = 0\) geldt:
\[ x = \frac {-b}{2a}. \]
In het algemeen wordt een tweedegraadsvergelijking gegeven door het voorschrift \( ax^2 - bx + c = 0 \)
Voor de vergelijking
Omdat \(\Delta < 0\), is de discriminant negatief.
Deze vergelijking heeft twee oplossingenéén oplossinggeen oplossingenin de
reële getallen.
Wanneer de discriminant negatief is, zijn er oplossingen in de reële
getallen. In de algemene formule staat de discriminant onder een wortel. Er is geen
reëel getal waarvan het kwadraat negatief is en je kan dus geen oplossingen bepalen:
Aangezien \(\Delta < 0\) zijn er geen reële oplossingen.
De grafiek van de parabool ligt volledig boven de \(x\)-as. Er zijn geen snijpunten.
De constante factor \(c\)
In het algemeen voorschrift \( ax^2+bx+c=0 \) geeft de constante term \(c\) een verticale verschuiving weer.
De waarde van \(c\) heeft dus invloed op het aantal snijpunten met de \(x\)-as. Hiermee kan je
inzien waarom het niet verwonderlijk is dat constante term \(c\) ook invloed heeft op het
tegen van de discriminant \(\Delta = b^2 - 4ac\). (want het teken van de determinant bepaalt immers het
aantal nulpunten...)
Bepaal de oplossingen van volgende tweedegraadsvergelijkingen.
\( x^2 - 5x + 6 = 0 \)
Er zijn twee reële
oplossingen \( 2 \) en \( 3 \)
\( x^2 + x - 6 = 0 \)
Er zijn twee reële oplossingen \( -3 \) en \(2 \)
\( x^2 + 2x + 1 = 0 \)
De dubbele wortel is gelijk
aan \( -1 \)
\( 2x^2 + 5x + 2 = 0 \)
Er zijn twee reële oplossingen \( -\frac {1}{2}\) en \(-2 \)
\( 3x^2 - 6x + 3 = 0 \)
De dubbele wortel is gelijk aan \( 1 \)
Het is ook mogelijk deze pagina met of zonder antwoorden als pdf te downloaden en
af te drukken. Voor hardnekkige fouten als \(\frac {a}{b+c} = \frac {a}{b} + \frac {a}{c} \) kan een leerkracht zich wapenen met
enkele kopieën en deze indien nodig met een nietje als fysieke bijlage aan een
verbeterde toets invoegen.